Sambal goreng kool met lever (hati)

Wij zijn dol op gebakken levertjes. Deze sambal goreng kool met lever (hati) is een verrukkelijk Indisch alternatief voor gebakken levertjes. Deze sambal goreng kan met elke kool gemaakt worden en ‘met andere soorten vlees’, schrijft Beb Vuyk in haar kookboek.


Sambal goreng kool/hati #64 uit Beb Vuyk’s Groot Indonesisch Kookboek, pagina 86.

Ingrediënten

  • 1/4 kg kool (witte, groene, savooye- of spitskool)
  • 100 gram lever (iedere soort is bruikbaar)
  • 3 eetlepels gesneden ui
  • 1 teentje gesneden knoflook
  • 1 theelepel sambal terasi (of 1 theelepel sambal oelek en 1/2 theelepel terasi)
  • 1 theelepel laos
  • stukje asem ter grootte van 1/2 walnoot
  • 1 spriet sereh
  • 1 theelepel Javaanse suiker
  • 1 salamblaadje
  • 1/8 blok santen
  • 3 eetlepels olie
  • zout
  1. Snijd de kool uiterst fijn en was haar.
  2. Snijd de lever in blokjes van ongeveer 2 cm. Wanneer men een restje lever gebruikt kunnen de blokjes iets kleiner zijn, ze worden dan niet vooruit gebakken.
  3. Wrijf ui, knoflook, sambal en laos met de suiker en het zout tot een brij. Gebruikt men sambal oelek dan ook de terasi meewrijven.
  4. Bak de lever even op in de olie; haal ze er uit.
  5. Fruit nu in dezelfde olie het gewreven kruidenmengsel tot de uien geel zijn.
  6. Voeg er daarna de kool aan toe en fruit die een paar minuten mee tot ze slap is.
  7. Doe er vervolgens het blokje santen bij, de sereh en de salam en 3 á 4 lepels asemwater gemaakt van het stukje asem.
  8. Voeg nu ook de lever toe.
  9. Laat het gerecht stoven tot de olie uit de santen komt, na 5 á 6 minuten.
  10. De kool mag niet helemaal gaar worden.

In plaats van lever kunnen in ditzelfde recept ook andere soorten vlees worden verwerkt.


Omdat ik meer dan 100 gram kippelevertjes heb, maar zeker het dubbele, verdubbel ik ook mijn ingrediënten. Ik begin met het fijnwrijven van de uien, knoflook, sambal en laos (ik gebruik een vers stukje) met de suiker (gula Jawa) en het zout.

Voor wie op zoek is naar een lekkere sambal trassi, ik heb een recept op deze site. Maar een toko of een goede supermarkt heeft ook lekkere sambal trassi. Ik wrijf alles samen tot een geurige boemboe.

Eerst even de levertjes opbakken in wat olie. Ze hoeven zeker nog niet gaar. Beb noemt het ‘even opbakken’. Ik zorg dat alle stukjes wat kleur krijgen, maar dat er ook nog wat rood te zien is en haal ze dan uit de pan.

In de olie bak ik vervolgens de boemboe op tot de uitjes geel zijn en dan kan de kool erbij, het salamblad, de citroengras en de santen (kokoscreme), kunnen er nu bij. Met nog wat asemwater (maar eetlepels) kan het even lekker pruttelen een paar minuten. Ik roer af en toe dat het blok santen goed loskomt.

Nu kan de lever weer terug in de pan en ik laat alles nog 6 minuten sudderen. Ik leg een bananenblad in de schaal en schep voorzichtig de sambal goreng kool met lever in een schaal. De geur is al geweldig vind ik. De levertjes zijn heel romig en zacht en de kool heeft helemaal de smaal van de boemboe en de lever overgenomen. Het is echt een heerlijk alternatief voor gebakken levertjes.

We eten dit gerecht met zelfgemaakte atjar en ikan teri. Wij zijn dol op kimchi daarom staat dat ook op tafel, net als drooggebakken tempe. Selamat makan!

Dit vind je misschien ook leuk...