Sambal Goreng van Kapucijners
Kapucijners zijn een erwtensoort. Volgens mijn moeder smaken kapucijners naar zachte nootjes. 😉 Perfecte combinatie denk ik met de zachte kokosmelk in dit gerecht. Ook kijk ik uit naar de hete peper die er door gaat.
Dit gerecht kan ook vegetarisch zijn; laat dan de trassi (garnalenpasta) weg. Aan de slag!
Dit gerecht is genoeg voor 2 personen en klaar in 30 minuten.
Sambal Goreng van Capucijners (Beb’s oude spelling) #48 uit Beb Vuyk’s Groot Indonesisch Kookboek, pagina 76.
Ingrediënten
1/4 kg gekookte capucijners, vers of uit blik
3 eetlepels gesneden ui
1 teentje gesneden knoflook
1 theelepel sambal terasi (of 1 theelepel sambal oelek en 1/2 theelepel terasi)
1 theelepel laos
1 theelepel Javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
1/8 blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Bereid dit recept op de manier van sambal goreng bruine bonen.
(Daar staat:)
Wrijf ui, knoflook, sambal, laos, suiker en zout met elkaar tot een brij. Fruit die in de olie tot de uien geel zijn. Voeg er 4 lepels kookwater van de bonen aan toe en het blokje santen, de sereh, de bonen en de salam en stoof dit tot de olie uit de santen boven komt drijven. Verwijder voor het opdienen de sereh en het salamblaadje.
Ik heb een blik kapucijners gekocht van (uitgelekt gewicht) 500 gram. Dus ik ga de hoeveelheden verdubbelen, aangezien Beb 250 gram kapucijners gebruikt. Komt goed uit want we hebben vriend over uit Schotland. Hij is toevallig dol op Aziatisch eten.
Ik snij de uien met de ‘naad’ mee zodat er halve maandjes ontstaan. Dit is makkelijker fijn malen in de vijzel dan blokjes ui. Ook de knoflook en het pepertje snij ik eerst in kleine stukjes. Dan wordt de hele kruidenpasta wat fijner en kan het goed mengen in de saus.
Gula Jawa
Gula Jawa is Javaanse suiker. Dat wordt in harde blokken verkocht, maar ook als losse suiker. Ik ben dol op gula Jawa en sta vaak stiekem stukjes af te snijden om het zo te eten ;-). Ik doe ongeveer een kwart van de schijf door mijn kruidenpasta.
Heb je geen gula Jawa gebruik dan bruine of gewone suiker.
Kokosmelk
Beb gebruik santen. Dat is ingekookte kokos en wordt verkocht in harde rechthoekige blokken. Ik gebruik vandaag daarvoor in de plaats kokosmelk (ongeveer 100 ml). Mijn erwten zijn al gekookt (uit blik) en hoeven dus echt niet lang te stoven, anders vallen ze uit elkaar. Santen heeft altijd wat tijd nodig om zacht te worden. Daarom werkt kokosmelk voor mijn kapucijners beter.
Sereh en laos
Sereh is citroengras (supermarkt) en laos is een kruidige wortel. De sereh geef ik een paar rake klappen zodat de vezels open gaan en de smaak eruit kan. De laos is gewoon te koop als poederkruiden bij de supermarkt of toko.
Soms kies ik voor verse laos, bijvoorbeeld als ik toch mijn kruidenpasta met de keukenmachine maak. Dan kan de verse laos lekker fijn worden gemalen, maar in dit gerecht werkt de poeder prima.
Salam
Salam is Aziatische laurier en ook nauw verwant aan curry bladeren. Ik koop salam in de toko. Het geeft een heerlijke soort kaneelachtige geur af en doet veel voor stoofgerechten.
Wat zout
Beb zegt ‘wat zout’. Maar hoeveel is dat dan? De kapucijners zijn al licht gezout als uit blik komen. Ik doe bij mijn hele gerecht (maar gebruik dus dubbele hoeveelheden) een halve theelepel zout.
De kruidenpasta heb ik even opgebakken in de olie en de kokosmelk, een beetje vocht (paar eetlepels) uit het blik, de erwten, de citroengras en het salamblad kunnen erbij.
Ik laat dit 5 minuten heel zachtjes sudderen. De saus kookt iets in. Nog even omroeren en uitserveren, of juist nog even laten staan. Vaak begin ik ‘s middags al met koken zodat de smaken wat meer tijd hebben om in het eten te trekken. Dit gerecht is uiterst geschikt om eerder te maken. Warm het een op vlak voor opdienen (niet meer koken) en eten met witte rijst en een fris zuur of groentegerecht.
Ik vind citroen goed bij bonen en erwten passen en sprenkel dan ook wat druppels vlak voor serveren erover. Maar dat is persoonlijk. En oja, ik laat mooi alle kruiden erin zitten, want dat staat gaaf ;-).