Sambal Goreng Perentil (Pasarminggoe)

Deze gehaktballetjes in een pittige kokossaus is echt wintereten, vind ik. Beb Vuyk noemt ze sambal goreng perentil. Ik zie ze online ook staan als sambal goreng printil (Indonesische schrijfwijze). Volgens Beb is dit recept uit Pasarminggoe. Dat betekent letterlijk de zondagsmarkt, maar is ook een wijk in zuid-Jakarta.

Dit gerecht bestaat uit kleine gehaktballetjes gekookt in een kokosbouillon met aardappel en peultjes. Ook de moderne sambal goreng printil wordt zo gemaakt leer ik online. De balletjes worden soms gemaakt van kippengehakt of bij het gerecht gaat nog een hardgekookt ei. Lekker! Maar hieronder Beb’s versie.

Dit gerecht is genoeg voor 3 personen en is klaar in 40 minuten.


Sambal Goreng Perentil (Pasarminggoe) #79 uit Beb’s Groot Indonesisch Kookboek, pagina 93.

Ingrediënten

1/2 kg rundergehakt
1 grote aardappel
50 gram peultjes
3 eetlepels gesneden ui
2 teentjes gesneden knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 ei
1 theelepel laos
1 salamblaadje
1 theelepel Javaanse suiker
asem ter grootte van een walnoot
1/8 blok santen
zout
4 eetlepels olie

Zout het gehakt, dat eerst aangemaakt is met het ei in en draai er balletjes zo groot als soepballetjes van. Snijd de aardappel in dobbelsteentjes en de peultjes in stukjes van circa 1 cm. Wrijf ui, knoflook, sambal, laos en de suiker tot een brij. Maak van de asem met 1 dl water asemwater. Fruit het kruidenmengsel in de olie tot de ui geel is. Voeg hier de balletjes gehakt aan toe en schep ze voorzichtig om en om. Als de balletjes half gaar zijn, doe er dan de stukjes aardappel en peultjes bij en laat die enkele minuten meebakken. Doe er vervolgens het asemwater bij, het blokjes santen en het salamblaadje. Laat dit alles dan nog even doorstoven.


Ik had nog krielaardappels over van gisteren. Ze zijn al gaar, dus hoeven niet lang in de saus. Ik ga wel het schilletje eraf halen.

Beb gebruik santen, maar ik ga voor kokosmelk (100 ml). Dat komt ongeveer op hetzelfde neer ;-).

Salam is Aziatisch laurier. Ik koop verse uit de vriezer bij de Toko.

Balletjes maken

De balletjes worden heel simpel op smaak gemaakt met een ei en zout. Ik gebruik 1 theelepel zout op een pond gehakt.

Ik vind trouwens half om half gehakt het lekkerst. Puur rundergehakt kan wat droog zijn, maar de saus maakt vast veel goed.

Ik kneed het gehakt heel even, niet te lang, want daar wordt het vlees te compact van.

Ik draai kleine balletjes, misschien zijn ze iets groter geworden dan soepballen. Het maakt niet zoveel uit.

 

Boemboe

Boemboe is de kruidenpasta die altijd als basis wordt gebruikt in Indisch eten. Ik ga dit keer het fijnmalen met mijn staafmixer. Dat zorgt voor een gladde saus en vind ik lekker bij de balletjes.

Laos

Niet altijd verkoopt mijn supermarkt laos, maar soms wel. Dan haal ik het altijd. Laos als poeder is altijd te krijgen en prima in dit recept, maar een verse laos geeft wel een extra kick in smaak. Ik snij het eerst goed fijn, voordat ik de staaf mixer er op zet.

Ik doe de uien, knoflook, Javaanse suiker, laos, de Spaanse peper en een snufje zout in een plastic kan waar ik de staafmixer opzet.

Javaanse suiker is gula Jawa en wordt verkocht in mooie blokken of schijven. Kan je het niet krijgen, gebruik dan een theelepel gewone suiker of bruine suiker.

Sambal Oelek is makkelijk zelf te maken en is niets anders dan verse pepers met wat zout fijn gemaakt. Omdat ik geen verse sambal oelek bij de hand heb, doe ik een peper door de mix met een beetje zout.

Kijk zo mooi fijn is het geworden. Het ruikt heerlijk!

Mijn aardappels en peultjes maak ik schoon en doe ik in kleine stukjes.

We kunnen gaan bakken.

Eerst even de boemboe bakken in wat olie. Ik laat de uitjes wat verkleuren en dan kunnen de balletjes erbij.

Ze zijn wat zacht dus voorzichtig bakken in de kruiden. Rustig omrollen totdat ze rondom dicht geschroeid zijn.

De kruiden gaan rondom zitten en geven veel smaak af. Lekker.

Als de ballen half gaar zijn doe ik de aardappels en de peultjes erbij.

Dan kan de kokosmelk en het asemwater erbij samen met het salamblad.

Asem is tamarinde. Meestal gebruik ik tamarinde uit een potje (Toko), maar in de Markthal in Rotterdam verkochten ze verse tamarinde. Verse tamarinde vind ik altijd iets minder zuur en wat zoeter, dan uit het potje.

Een tamarinde schoonmaken is altijd wat werk. Verwijder de pitten en de vezels en je drukt zo de zachte binnenkant los. Ik heb dat opgelost in warm water (1 dl water, zoals Beb voorschrijft) en er nog een halve theelepel asem uit het potje bij gedaan. Lekker zoet-zuur is het geworden. Heb je nou geen asem, gebruik dan een theelepel of twee goede kwaliteit azijn.

Nu alles even later pruttelen tot dat de balletjes gaar zijn. Dat gaat al snel; na zo een 5 minuten even checken.

Ik zet na 5 minuten het gas uit en laat de balletjes afgedekt nog even rustig de saus opslurpen, voordat ik alles in een schaal doe.

De saus us mooi ingekookt en plakt om alles heen. We eten dit met een roerbak brocolli gerecht en rode rijst. Weer eens wat anders.

We vinden het een heerlijk romig gerecht waar je warm van wordt. De peultjes zijn nog knapperig en zien er mooi uit in de mix. Ik ruik de laos door de saus heen. Heerlijk. Dit gaan we vaker maken!

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *