Rempeyek (peyek) – Hartige Javaanse Cracker

Rempeyek met jeruk purut (djeroek poeroet) gegarneerd
Rempeyek of peyek is een heerlijke cracker die gegeten wordt als krupuk bij een Indische maaltijd. Mijn oom maakte ze altijd zelf; lekker knapperig en beetje pittig met veel pinda’s.
Dini en Willy noemen direct rempeyek op de oproep van de Moesson. Zo zegt Dini:
Ooit eens een poging gedaan om rempejek te maken….zeker 35 jaar geleden en dat mislukte helemaal,nooit meer geprobeerd…dus ja dat wil ik ook graag.
Moesson Magazine
Elke maand maak ik voor tijdschrift Moesson een favoriet maar verloren recept van een van de lezers; het recept is kwijt of het is een keer mislukt en geen zin om uit te zoeken hoe of wat.
Ik probeer elke maand het favoriete recept van een van de lezers na te maken. Ik ga opzoek naar een handige en hanteerbare manier voor thuis en dat net zo smaakt als toen. Eerder maakte ik in deze serie:
Rempeyek
Rempeyek kan je op heel veel manieren maken (zoals met veel recepten uit Indonesië). Ook kan je aan rempeyek van alles toevoegen, zoals garnalen, chili pepers of zelfs hele spinaziebladeren. Dat ga ik zeker ook nog eens proberen.

Beb Vuyk schrijft in haar boek dat rempeyek er uit moet zien als ‘kant’.
Javaans
Ik leer van een online zoektocht dat deze versie met pinda’s echt een Javaanse versie van rempeyek is. Ook heeft Beb Vuyk (ik maak al haar recepten uit haar boek) rempeyek in haar Groot Indonesisch kookboek staan. Zij houdt het iets simpeler qua ingrediënten, maar het komt op hetzelfde neer.
Djeroek poeroet
Wat ik anders doe dan Beb is bijvoorbeeld jeruk purut (djeroek poeroet) door het beslag. Djeroek poeroet is ook bekend als kaffir lime blad of citroenblad. Het geeft de cracker echt een unieke en herkenbare smaak en houdt alles lekker fris. Door het frituren komt er nog meer smaak vrij uit het citroenblad.
Dit rempeyek recept is genoeg voor 15-20 crackers (afhankelijk van de grootte) en is klaar in 1 uur.
Ingrediënten
- 100 gram rijstmeel
- 20 gram tapiocameel
- 5 gram jeruk purut blaadjes
- 4 kemirinoten (twee theelepels kemiripasta)
- 3 dikke knoflooktenen
- 3 handen gepelde ongezouten pinda’s
- 3 cm koenjit (of 1 theelepel koenjitpoeder)
- 1 ei
- 1 theelepel kentjoer (of 3 cm verse kentjoer)
- 1,5 theelepel grove korianderzaad (ketoembar)
- 1 theelepel zout
- 200 ml kokosmelk
- 100 ml water
Bendigdheden
- frituurolie (zonnebloem)
- wok/diepe koekenpan met anti-aanbaklaag
- schuimspaan
- keukenpapier om in uit te lekken
- stopfles/ luchtdichte trommel om in te bewaren
- Wrijf in de vijzel de koenjit, kentjoer, knoflook, korianderzaad, zout en kemirinoten fijn tot een dikke pasta (boemboe).
- Meng de rijst- en tapiocameel met de kokosmelk en het ei
- Voeg de gewreven kruiden (boemboe) er bij en roer helemaal los
- Meng beetje bij beetje het water erdoor. Het beslag moet best dun blijven.
- Verwijder de middelste dikke nerf van de citroenblaadjes en snij in dunne reepjes en meng door het beslag.
- Verwarm een diepe laag olie in de wok
- Neem met een grote schep beslag en leg daar een klein handje pinda’s in
- Frituur de rempeyek door een hoeveelheid beslag langs de rand te gieten
- Schep hete olie over de rempeyek zodat ‘ie los komt en laat nog even 2 minuten in de olie bakken tot goudbruin van kleur.
De ingrediënten zijn niet ingewikkeld. De verse geelwortel (koenjit) kan je prima vervangen door een theelepel koenjitpoeder.
Ik gebruik hele korianderzaadjes, maar je kan ook gewoon poeder gebruiken, maar de schilletjes van de hele zaadjes zorgen ervoor dat het fijnwrijven van de hele pasta in de vijzel makkelijker gaat. Ook het zout zorgt daarvoor. Het maalt beter.
Kemirinoten moet je altijd even roosteren voordat je ze gebruikt (anders zijn ze licht giftig) maar dat hoeft nu niet aangezien de rempeyek gefrituurd wordt. Dat is genoeg verhitting.
Kentjoer is ook een wortel en gebruik ik hier als poeder, omdat ik nu geen verse kan krijgen. Maar meestal verkoopt mijn toko het wel vers. Dat is zo lekker. Kentjoer moet je nooit in grote hoeveelheden gebruiken omdat het overheersen kan, maar in deze rempeyek is een theelepel echt heerlijk! Wat een geur. Ik ben er dol op.
Rijst- en tapiocameel
Beb maakt rempeyek met alleen rijstmeel. Ik voeg er ook nog een klein deel tapioca aan toe. Dat zie ik in andere recepten ook en ik begrijp dat tapioca werkt als licht verdikkingsmiddel, zoals maismeel. Het zorgt daardoor voor een mooi beslag.
Cobek
Ik begin met het fijnwrijven van de kruidenmix in mijn vijzel. Je kan dit ook doen met een keukenmachine. Maar in dit geval is het niet zoveel dus prima te doen met de hand.
Geelwortel geeft enorm af. Alles kleurt geel, ook je handen en je aanrecht. Hou daar rekening mee.
Ik voeg knoflook, korianderzaadjes (ketoembar), kemirinoten, kentjoer en het zout samen en wrijf net zolang tot het deze droge pasta wordt.
Nu kan het beslag gemengd. Rijst- en tapiocameel klontert niet echt. Dus of je het ei er eerst in doet of na de kokosmelk; het maakt niet zoveel uit.
Ik roer meel, ei en de kokosmelk goed samen en voeg dan de kruidenpasta erbij. Na een paar flinke slagen is de boemboe ook losgeroerd. Dan kunnen de fijngesnipperde citroenblaadjes erdoor.
Nu nog de rest van het water (100 ml). Er blijft een best dun beslag over. Dat is goed!
Nu neem ik met een opscheplepel een goede schep beslag en leg daar een klein handje pinda’s op.
Je kan rauwe pinda’s gebruiken, maar die zijn niet altijd makkelijk te krijgen. Ik pel zelf een paar handen geroosterde pinda’s en laat het bruine velletje zoveel mogelijk zitten. Is lekker en staat mooi.
Mijn pan met olie is al goed warm (als er een druppel beslag in valt, dan borrelt het meteen).
Nu gaan we ‘kant’ maken, zoals Beb Vuyk zegt. Ik zorg dat de binnenkant van mijn pan ook boven de olie vettig is. Dan giet ik het beslag met de lepel langs de rand (boven de olie), zodat het blijft plakken. Het beslag loopt naar beneden (en vormt een kantenrandje) en spettert zachtjes in de olie.
Nu schep ik met mijn spatel de olie voorzichtig helemaal over de rempeyek. Na een paar seconden laat ‘ie los van de rand en glijdt ie vanzelf in de olie (als niet gebruik ik een mesje om ‘m n klein zetje te geven).
Nu laat nog zo een 30 seconden pruttelen tot dat de cracker mooi bruin wordt en door en door knapperig is. Tijdens het afkoelen wordt ‘ie nog knapperiger. Dan keer ik ‘m om en laat de andere kant nog even 15 seconden frituren.
Ik maak ze niet te donker, maar hou ze goudbruin. In wat keukenpapier laat ik ze uitlekken en afkoelen (de pinda’s worden heel heet).
Mijn rempeyek is heel knapperig geworden. Ik proef de citroenblad er heel goed doorheen. Ook de kentjoer is aanwezig. Het is een lekkere hartige cracker met niet te veel pinda’s per rempeyek (minder zwaar dan uit de winkel).
Ik laat ze even goed afkoelen en serveer direct met wat hele djeroek poeroet blaadjes als garnering. Mijn rempeyek is veel te groot voor een stopfles (tenminste zo een grote heb ik niet bij de hand) en half warm en superknapperig zijn ze toch het lekkerst, dus meteen eten maar!
Oven
Ligt je rempeyek op een schaal tijdens het eten en is ‘ie de volgende dag toch slap geworden, dan kan je ze makkelijk nieuw leven inblazen door de op het rooster van de oven te leggen op de hoogste stand. Ik deed ze voor 15 minuten op 150 graden en ze waren weer helemaal knapperig. Ik doe bakpapier op een ovenplaat eronder, want ze lekken wat olie.

Rempeyek uit de oven (150 graden, 15 minuten, hoogste stand)
Ik leer van Indonesiaeats.com trouwens (ze reageerde op mijn instagram) dat zij rempeyek het allerlekkerst vindt met een nasi petjel. Wat een top idee! Thanks. Dat is inderdaad een overheerlijke combinatie.
Hmmmmmmm, lekker!!!
Ik heb laatst in Ubud, Bali, bij 9Angels geleerd om Rempeyek te maken, maar dan zonder de jeruk blaadjes. MEt lijkt me nog lekkerderrr.
Bedankt voor het recept en ga vooral zo door!!!
Oh ik wil ook naar de 9Angels! 😉 Workshops volgen in Indonesie is zo leuk ;-). Ja er zijn natuurlijk 10-tallen manieren voor rempejek. Ze kunnen bijvoorbeeld ook gevuld met garnalen ipv pinda’s. Maar met jeruk purut door het beslag is alles lekker. Ik vind dat echt wat toevoegen. De blaadjes krijgen nog meer smaak door het frituren. Jammie!
Nou bedankt. Dit is het eerste recept die klopt! Eindelijk de goede smaak juiste structuur. Fantastisch! Is dit Beb Fuik?
Dank u dank u. Alleen begon ik met te koude olie, maar nu is ie goed! Nogmaals bedankt
Graag gedaan Frank. Leuk om te horen! Beb Vuyk heeft een recept voor rempeyek in haar boek, maar houdt het qua ingredienten wat simpeler. Dit was een verzoek van een Moesson lezer die graag een goed recept wilde hebben. Ik ben op zoek gegaan en heb de beste combi gemaakt van alle varianten die ik tegenkwam. Ik ben ook erg blij met het resultaat. Het is een mooi en charmant koekje geworden 😉
Lekker Pauline, njomnjom….. je kunt i.p.v.de pinda’s ook ikan terih gebruiken, ook heel lekker. Je website ziet er super uit zoals altijd en zo informatief.