Atjar Tjampoer uit Poerwokerto

Dit is een gemengd zuur of een acar campur. Beb Vuyk schrijft erbij: uit Poerwokerto. Leuk weer een zuur; een van mijn lievelingssoorten Indonesische recepten. Beb’s hoofdstuk Zuren is dan ook al bijna uit, maar deze had ik nog niet gemaakt.
Dit gerecht is genoeg voor 2-3 personen en klaar in 30 minuten.
Gemengd zuur II (Atjar tjampoer – Poewokerto) #419 uit Beb Vuyks Groot Indonesisch Kookboek, pagina 340.
Ingrediënten
- 1/2 komkommer
- 100 gram witte kool
- 100 gram worteltjes
- 100 gram taogé
- 1 lombok
- 2 eetlepels olie
- 8 eetlepels azijn
Kruiden
- 6 sjalotten (gehalveerd)
- 1 gesnipperde teentjes knoflook
- 5 gepofte kemiries
- 1 theelepel koenjit
- 1/2 theelepel gemberpoeder
- 1 eetlepel suiker
- zout
- Schil de komkommer, halveer haar en verwijder het zaad.
- Snijd haar overlangs in stukjes van 1 vingerdikte en +/- 3 cm lang.
- Snijd ook de kool in stukjes van ongeveer gelijke grootte en doe hetzelfde met de worteltjes.
- Verwijder het zaad uit de lombok en snijd haar ook overlangs in dunne reepjes.
- Wrijf de knoflook met de kemiries, koenjit, gemberpoeder, suiker en zout met elkaar tot een brij en fruit die op in de olie.
- Breng de azijn aan de kook met de kruiden, voeg er eerst de worteltjes aan toe en na 5 minuten de kool en de komkommer.
- Enkele minuten daarna ook de taogé en de lombok.
- Laat de atjar dan nog een minuut doorkoken.

Het lijken maar een paar ingrediënten maar het wordt echt een prachtige schaal voor heerlijk geurig zuur. Ik gebruik in plaats van witte kool een Chinese kool, want die had ik nog over net als de rode uien inplaats van sjalotten.
Als azijn gebruik ik een goede wijnazijn. Het gaat immers bij dit gerecht om de perfect zuur-zoet balans, dus dan moet het ook echt lekker zijn.
Ik gebruik een halve theelepel zout.

Uit de komkommer mag het zaad worden gehaald, anders wordt het hele recept te nat.

Beb is heel precies met de grootte van de groenten, want ze wil -denk ik- dat alles goed knapperig blijft en niet een onderdeel slap en een ander te hard. Ik hou me daar dus ook goed aan.

Nu staan in het recept de sjalotten, maar komen ze niet terug in de bereiding. Ik ga ze tegelijk met de wortel in de pan doen. Maar we beginnen met de boemboe. Dat is een speciale, want na het roosteren van de kemirienoten, mogen ze samen met de knoflooktenen, de suiker en het zout en de kruiden in de vijzel.

In eerste instantie lijkt alles heel kruimig, maar het wordt een hele mooie plakkerige boemboe.

Deze boemboe mag even opgebakken. Dat doe ik voor een minuutje of wat, niet te lang.

Dan mag de azijn er bij en het geheel kookt snel. Er hoeft echt geen water bij. Die vraag krijg ik soms, omdat het lijkt alsof de groenten zo niet gaar kunnen worden. Maar het komt echt goed. Hou de deksel op de pan. De wortels en de uien kunnen er nu in.

Ik hou me strak aan Beb’s recept en laat alles 5 minuten met de deksel op de pan sudderen. Dan mag de rest erbij maar de taugé nog niet.

Ik schep alles goed door en laat het nogmaals 4 minuten koken. Dan schep ik de taugé erbij en doe het gas uit. De taugé wordt heel snel gaar.
Deze atjar tjampoer uit Poerwokerto is echt verrukkelijk. Het is heel kruidig en knapperig en zo klaar en is perfect naast een wat vettig Indisch gerecht (bijvoorbeeld met veel kokos) of zoet gerecht, zoals een babi ketjap of babi tomat.