Doedoeh van Vis

Wat een schattige naam: doedoeh van vis. Doedoeh of duduh is Javaans voor saus, jus of sap. Ook kan het vertaald worden als ‘bouillon’. Dit gerecht maak ik met makreel. Er kan volgens Beb ook poon voor gebruikt worden. Allebei vette visjes. Heerlijk.

Verse makreel vind ik altijd zo bijzonder van smaak. Gerookt ook trouwens ;-). Ik ben benieuwd hoe de vis gaat smaken in deze saus. Op naar de markt voor een paar glimmende visjes.


Doedoeh van Vis #232 uit Beb Vuyk Groot Indonesisch Kookboek.

Ingrediënten

1 kg makreel of poon
6 eetlepels olie
1/6 blok santen
2 dl water

kruiden

3 eetlepels gesnipperde uien
2 gesnipperde teentjes knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
1 theelepel koenjit
1 theelepel ketoembar
1/2 theelepel djinten
1 theelepel Javaanse suiker
stukje asem ter grootte van een walnoot 
zout

Maak de vis schoon, snijd haar in moten en smeer haar in met een papje asem, zout en 2 eetlepels water. Bak haar dan op in de olie. Wrijf ondertussen uien, knoflook, sambal, laos, koenjit, ketoembar, djinten en suiker tot een brij. Haal de vis uit de olie en laat haar uitlekken en bak in tussen de kruidenbrij op in het restant olie. Voeg er het water bij en het blokje santen. Laat de gebakken vis in deze saus nog enkele minuten nastoven.


Er moeten best wat kruiden door de doedoeh. Maar ze zijn allemaal te krijgen in de supermarkt.

Ketoembar is koriander en djinten is komijn. Koenjit is geelwortel en laos is laos ;-). Je kan laos ook vaak prima vers krijgen als wortel. Voor de kruidenmix moet ‘ie dan even geschild en fijn gehakt. Ik zou voor dit gerecht een stukje van 2-3 centimeter gebruiken.

Asem is tamarinde. Die koop ik bij mijn Toko. Het is al gefilterd, dus direct te gebruiken.

Eerst even de vis marineren. Ik heb de makreeltjes door de visboer even laten schoonmaken en tot filets laten snijden.

Ik smeer ze in met wat zout (een klein beetje) en een asempapje. Ik heb trouwens geen kilo vis, maar ruim een pond. Ik halveer voor mijn visjes dan ook de kruiden.

De bumbu of kruidenpasta mix ik even kort met de staafmixer. Je kan het fijnwrijven zoals Beb zegt, maar dan ben je wel even bezig en ik wil het graag super fijn. Op deze manier trekken de smaken snel in de vis en saus want de vis hoeft niet zo lang.

De vis bak ik even op in de olie. Niet te lang. Een paar minuutjes. Het lukt me niet om het velletje mooi te houden, maar dat is ook niet zo erg want er komt een sausje over.

Ik laat de losgekomen velletjes gewoon zitten, want de kruidenpasta moet nu opgebakken en dat mag in dezelfde olie. Lekker juist met alvast wat stukjes vis erdoor.

De bumbu bak ik tot de uitjes geel zijn. Dan mogen de visjes er terug in.

Even wat water erbij. Omdat ik maar een pondje vis heb gaat er 1 dl water bij.

De santen (kokoscreme) verkruimel ik even goed. Dan smelt het sneller. Ik wil de visjes niet te lang laten sudderen, daar worden ze niet lekkerder van.

Na een minuut of vijf zeer zachtjes pruttelen zijn ze helemaal klaar en gaar. De saus is mooi dik en giet ik over de visjes in mijn schaal.

De saus is vol van smaak en romig door de kokoscrème. De sambal zorgt voor wat pit, maar niet te veel. Ik vind de makreelsmaak nog goed te herkennen, maar het wordt een stuk spannender met de overheerlijke saus. Echt een bijzonder visgerecht is deze doedoeh van vis. Het zou zo maar iets kunnen zijn voor kerst ;-).

[su_box title=”Ook met Beb Vuyk’s boek aan de slag?” box_color=”#2fd4e0″]Beb-Vuyk-Indonesisch-kookboekEr is een prachtige herdruk uitgegeven. Bestel hier voor maar 24,95 euro.[/su_box]

Dit vind je misschien ook leuk...

3 reacties

  1. Theo schreef:

    ik vind de makreel een heel ander….wat??? volgens mij is de zin nog niet af ?

  2. Robert Erman schreef:

    Its very delicious. Thanks for sharing.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *