140 Gesmoorde Tong (Semoer lidah)
Daar ga ik: gesmoorde tong. Ik maak op dit blog alle 578 gerechten van Beb Vuyk, dus deze nummer 140 moet. Zoals een vriend laatst zei: ‘je moet er van houden’. Ik vind tong dun gesneden op brood wel lekker. Ik ga er voor en koop voor 9,50 euro een hele kalfstong.
Durf je het aan? Kijk dan verder 😉
Dit recept kost zeker 3,5 uur om het te maken en is genoeg voor 4 personen.
Gesmoorde Tong (Semoer lidah) uit Beb Vuyk’s Groot Indonesisch Kookboek, pagina 146.
Ingrediënten
1 rundertong of 3 á 4 kalfs- of lamstongetjes
4 eetlepels boter
1/4 liter water
Kruiden
5 eetlepels gesnipperde uien
3 teentjes gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
2 grote tomaten
2 eetlepels fijngesneden selderie
1 eetlepel zoete ketjap
peper
zout
Kook de tong of tongetjes met water en zout tot het vel makkelijk loslaat. Snijd het vlees in plakken en bak dit zachtjes op in de boter. Voeg er de kruiden aan toe (die niet gewreven worden), 2 dl kookvocht en de in plakken gesneden tomaten. Laat dit alles nog even stoven.
Roer voor het opdoen de ketjap en selderie door het kooknat. Van het restant van de bouillon kan soep gemaakt worden.
Beb’s recept laat veel over aan eigen invulling dit keer. Ik moet de tong koken tot ‘het vel makkelijk loslaat’. Na 15 minuten zachtjes pruttelen is er nog geen beweging in te krijgen.
Wel lang koken
Ik heb andere recepten met kalfstong opgezocht. Niet te lang koken was het devies, maar dat werkt niet. Na 30 minuten zachtjes pruttelen heb ik het gas uit gedaan en met deksel op de pan rustig laten afkoelen, zo een 5 kwartier. Toen was het vel relatief makkelijk van de spier af te halen.
Het is een werkje om de kalfstong schoon te maken, maar de rest van de ingredienten voor deze smoor (semoer) zijn simpel, wat sambal, selderij, ketjap, ui en knoflook en klaar ben je.
Maar eerst door met het vlees. Ik probeer zo netjes mogelijk de huid van de tong te halen. Het lukt niet overal, dus snij ik met mijn koksmes (super scherp) netjes de restjes huid weg. Ook haal ik alle peesjes, randjes en lelijke delen eraf.
Nu mag ‘ie eindelijk in stukken. Ik ben benieuwd hoe zo een tong er van binnen uitziet. Beb schrijft ‘plakken’ voor. Ik snij plakken van ongeveer 2 centimeter dikte. De stukken verschillen in dikte en structuur naarmate je verder naar het puntje van de tong snijdt.
Je ziet, het vlees is nog niet gaar. Dat lijkt mij prima, want de plakken moeten nog zachtjes worden opgebakken en gesmoord in boter. Alles is schoongemaakt; de tongstukjes kunnen de pan in.
Volgens het recept moet ik het vlees ‘zachtjes’ opbakken. Ik verwarm de 4 eetlepels boter, maar laat het niet te bruin worden en leg de plakjes er in en bak voorzichtig op een gemiddeld vuurtje de plakjes als kleine karbonades.
Na 10 paar minuten braden draai ik de plakken om en bak ze bruin aan de andere kant, voordat ik de tomaten, uien en knoflook toevoeg. Het hele gerecht laat ik zeker nog 30 minuten stoven. Check of je vlees goed zacht is. Als niet, langer stoven.
Van het vlees komt een ander soort geur dan ik gewend ben van kalfsvlees. Het doet me meer denken aan ossestaartsoep, maar dan minder kruidig.
Om het af te maken, mag er nog zoet ketjap overheen. Ik gebruik de allerlekkerste die ik ken. De ketjap manis van ABC. Het is net zoete stroop. Het is zulke lekkere ketjap dat je het gebruiken kan als dipsausje voor je krupuk.
En dan nu de smaak: tja, ik ben geen liefhebber van tong, maar toch moet ik zeggen, in zo een gestoofde Indische schotel is het toch best lekker. Het vlees is mals, maar het mondgevoel blijft wat raar vettig. Ik serveer het met witte rijst. Een frisse salade van komkommer of een zelfgemaakte atjar is er lekker bij.
